Taakstraffen voor schippers na dodelijke aanvaring Waddenzee
Volgens de rechtbank hebben beide boten te hard gevaren. De schippers hebben ook niet goed met elkaar gecommuniceerd via de marifoon, over de manier waarop zij elkaar zouden passeren. De rechtbank meent dat de verdachten vaart hadden moeten en kunnen minderen of hun vaartuigen zelfs helemaal stil hadden kunnen leggen. De gevolgen van de aanvaring kunnen hun daarom worden verweten, zo redeneert de rechtbank, die dood door schuld en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen acht.
Het Openbaar Ministerie had tegen beiden werkstraffen van 180 uur geƫist, naast voorwaardelijke celstraffen van drie maanden.
Reddingswerkers
De snelle veerboot, de Tiger, was op de bewuste dag onderweg van Terschelling naar Harlingen. De watertaxi, de Stormloper, voer in tegengestelde richting. De Tiger voer vlak voor het ongeluk 55 kilometer per uur, de watertaxi bijna 30 kilometer per uur. In het Schuitengat geldt een maximumsnelheid van 20 kilometer per uur. Als beide vaartuigen zich aan de maximumsnelheid hadden gehouden, hadden zij twee keer zoveel tijd gehad om met de situatie om te gaan, berekende de rechtbank.
Na de aanvaring zonk de watertaxi, met zeven opvarenden aan boord. De rechtbank prees het snelle optreden van reddingswerkers, die vier mensen wisten te redden.
Onderscheid
"Niet te bevatten en hartverscheurend", zo omschreef de rechtbank het leed van de nabestaanden van de om het leven gekomen slachtoffers. Daarnaast onderstreepte de rechtbank dat ook beide schippers hard zijn getroffen door de gebeurtenissen, die zij nooit hebben gewild.
Tjalling van der Goot, advocaat van de Tigerkapitein, noemde het vonnis "vernietigend" en beraadt zich op hoger beroep. Hij vindt het moeilijk te verteren dat de rechtbank geen onderscheid heeft gemaakt tussen beide verdachten. Dat had wel gemoeten, vindt hij, omdat de schipper van de watertaxi zijns inziens meer fouten heeft gemaakt dan de kapitein van de veerboot.