Vervoerregio’s houden zorgen over toekomst ov ondanks steun Kamer
Vervoerregio's en provincies zijn "verheugd" over de brede steun in de Tweede Kamer voor een motie om de bezuinigingen op het regionale openbaar vervoer voor 2026 deels terug te draaien. Ze zeggen tegelijkertijd dat er meer moet gebeuren om het ov gezond en betaalbaar te houden. Ook vragen ze zich af hoe het demissionaire kabinet de oproep van de Kamer in de begroting gaat verwerken.
“Nu moet het kabinet laten zien hoe het deze oproep in de begroting verwerkt. De urgentie is hoog en de tijd dringt”, aldus de reactie van de Vervoerregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, het Interprovinciaal Overleg (IPO), het samenwerkingsverband DOVA en brancheorganisatie OV-NL op de motie die dinsdag brede steun in de Kamer kreeg. Ze wijzen erop dat zonder compensatie volgend jaar onder meer het aanbod van bussen, trams en metro’s in het hele land zou verschralen en dat lijnen zouden verdwijnen.
Motie
In de door GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en SP ingediende motie roept de Kamer de regering op om 225 miljoen van de voorgenomen bezuiniging van 335 miljoen euro op het regionale ov in 2026 terug te draaien. De vervoerregio’s, ov-sector en het IPO willen dat het demissionaire kabinet uiterlijk op Prinsjesdag met een “solide plan” komt voor het ov.
Financiële problemen
Verder wijzen ze erop dat ook na 2026 financiële problemen in het ov dreigen en dat de motie geen oplossing biedt voor de verwachte tariefstijgingen bij NS. Toenmalig staatssecretaris Chris Jansen (OV, PVV) zei in april dat de NS-tarieven zonder maatregelen volgend jaar mogelijk met ongeveer 12 procent stijgen.
